De koning regeerde wijs en eerlijk, maar zijn tijd op dit land raakte op: de dood kwam achter hem aan. Maar de wil van de koning was zo sterk dat hij de dood kon ontkennen. Het koninkrijk verscheen en het tijdperk van de mens begon. Aan het einde van de duizendjarige oorlog, toen alle begraafplaatsen overvol waren met de lichamen van de doden, kwam degene die de Koning werd genoemd. Dankzij zijn onverzettelijke wil slaagde de koning erin alle landen te onderwerpen en te verenigen. Hij werd zo trots dat hij de Dood zelf vernederde. Het idee van.
meer informatie...